Interview Regina Oors over bijen

Regina Oors is oprichter van de IVN werkgroep Bijen en heeft zelf geen biologische achtergrond. Toch zat natuur altijd al in haar hart. Toen haar gemeente in 2008 alle struikgewassen besloot te vervangen voor gazon, kon ze dit verlies van biodiversiteit niet langer aanzien. “Ik heb geprobeerd er iets in mijn gemeente aan te doen, maar dat lukte niet. Toen heb ik gevraagd of ik het beheer van dat stuk grasland op me mocht nemen om er een bloemrijke berm van te maken.”

Kleurkeur

Binnen een half jaar maakten 6 veldjes onderdeel uit van de werkgroep en na 6 jaar zijn dit er 23, allemaal beheerd door vrijwilligers. Al dat werk ging niet onopgemerkt voorbij. Inmiddels werken ze bij haar gemeente volgens de richtlijnen van kleurkeur. Dit keurmerk, te behalen via De Vlinderstichting, is gericht op een ecologische manier van bermbeheer. “De gemeente is 180% gedraaid in hun beheer, daar ben ik ontzettend blij mee.” Voor het bij-vriendelijk maken van je omgeving moet je eerst weten wat je weghaalt en toevoegt. Vaak wordt er zomaar wat gezaaid om de bij te helpen, maar de mengsels die vaak gebruikt worden, daar help je vooral de honingbij mee. 90% van de andere soorten zijn er niet bij gebaat. Wat Regina wel heel erg aanmoedigt is het kijken naar wat er al in de grond aan zaden zit. “Bijen hebben het meest aan inheemse planten, zoals de paardenbloem.”  

“Paardenbloemen zijn ontzettend waardevol. Ik wil Nederland naar de paardenbloem sturen. Zoek de paardenbloem en vind de bij.”

Blij van de bij

Vanwege de coördinatorrol die ze op zich heeft genomen, besloot Regina cursussen te gaan volgen over bijen, hommels en vlinders. “Het was alsof er een smeulend veenbrandje werd aangewakkerd. Ik werd zo gegrepen door de bij. Ik had zoiets van: daar wil ik alles van weten.” Zonder dat de meeste mensen het weten, vliegt er ontzettend veel rond. “In Nederland hebben we zo’n 360 verschillende soorten bijen. Deze uit elkaar houden is een flinke uitdaging, want de mannetjes en vrouwtjes lijken niet op elkaar en als ze slijten lijken ze niet eens meer op zichzelf.” Bij de vraag of er tussen al die soorten ook een lievelingssoort zit, antwoordt ze kordaat. “Nee, ik word er blij van om een bij te zien, ongeacht wat voor soort. Ik kan bijvoorbeeld ook nog heel blij worden van het zien van een pluimvoetbij. Deze soort is op dit moment nog heel algemeen, maar juist daarom word ik er heel blij van deze te zien. Al die algemene soorten verdienen ook aandacht en bescherming.”

Rondzoemen

Bijen en wespen zorgen voor een hele hoop misverstanden. “De bij is niet de honingbij en de wesp is niet de limonadewesp. Er zijn zo ontzettend veel meer prachtige soorten. De bij helpen doe je dan ook niet door imker te worden. De honingbij is een landbouwdier.” Over deze en andere dilemma’s en misverstanden gaat Regina het hebben op 20 januari 2023. Hopelijk zoemt het enthousiasme ook bij jou al rond!