Natuurkwaliteit help

Deze website geeft het overzicht voor alle soortgroepen, met uitzondering van vogels. Opgenomen zijn 1267 soorten van de Habitatrichtlijn en/of Rode Lijst-soorten met een (ernstig) bedreigde status. Voor al deze soorten geven we de status en trend, landelijke en in afzonderlijke Natura 2000-gebieden in Nederland. Daarmee wordt duidelijk welke kennis er beschikbaar is en wat de kennishiaten zijn.

Op deze site kun je kiezen om de overzichten te bekijken vanuit twee ingangen:

  • Soorten: vanuit de soortgroepen kun je een soort selecteren waarvoor de landelijke status en trend wordt gegeven, evenals die voor afzonderlijke Natura 2000-gebieden.
  • Gebieden: vanuit de overzichtskaart kun je een Natura 2000-gebied selecteren met een overzicht van de status en trends van de soorten die daar voorkomen. Per soortgroep zijn de trends van de verschillende soorten binnen een gebied samengevat.

De verspreidingsgegevens zijn geactualiseerd t/m 2022 en de trenddata t/m 2021.

De foto's van de soorten zijn afkomstig van verspreidingsatlas.nl, waarnaar bij elke soort wordt verwezen, met dank aan alle fotografen!


Status

De informatie over de status is gebaseerd op gegevens uit de Nationale Database Flora en Fauna (NDFF) Experts van de soortenorganisaties hebben op grond van aanvullende informatie waar nodig correcties aangebracht. Per soort wordt de landelijke status gegeven:

  • Het laatste jaar van waarneming.
  • Het aantal waarnemingen in de laatste 12 jaar.
  • Het aantal kilometerhokken met waarnemingen en de verdeling daarvan over Natura 2000, Nederlands Natuurnetwerk (NNN) buiten Natura 2000 en buiten NNN (totaal 100%).

Voor elk Natura 2000-gebied wordt de status in het gebied gegeven:

  • Het laatste jaar van waarneming.
  • Het aantal waarnemingen in de laatste 12 jaar.
  • Het aantal kilometerhokken in het gebied met waarnemingen van de soort.


Trends

De informatie over trends komt voor uit het Netwerk Ecologische Monitoring (NEM), waarin de soortenorganisaties samenwerken met CBS en de overheid om een betrouwbare monitoring van de natuur in Nederland te verzorgen. Per soort wordt – voor zover mogelijk – de landelijke trend gegeven over de laatste 12 jaar voor:

  • De populatie: hierbij gaat het om gestandaardiseerde tellingen van individuen in vaste transecten of meetpunten. De trends worden berekend met Poisson-regressie. Dit is vooralsnog alleen mogelijk voor de volgende diergroepen: amfibieën, dagvlinders, libellen, reptielen en zoogdieren.
  • De verspreiding: hierbij gaat het om de verandering in het voorkomen op de schaal van kilometerhokken. De trends worden door het CBS berekend door occupancy-analyse, waarbij rekening gehouden wordt met de waarnemingsintensiteit.
De volgende trendklassen zijn onderscheiden:
  • Verdwenen: waarnemingen uit meerdere jaren en laatste waarneming meer dan 12 jaar geleden; voor soorten met oude waarnemingen uit slechts één jaar is aangenomen dat deze er geen populatie hadden
  • Sterke afname: significante afname van meer dan 5% per jaar
  • Matige afname: significante afname, maar niet zeker of deze meer dan 5% per jaar is
  • Stabiel: verandering significant kleiner dan 5% per jaar
  • Matige toename: significante toename, maar niet zeker of deze meer dan 5% per jaar is
  • Sterke toename: significante toename van meer dan 5% per jaar
  • Onzeker: omvang verandering met meetnet niet goed vast te stellen; dit kan komen doordat het aantal meetpunten te klein is voor een betrouwbare bepaling, maar het kan ook zijn dat de soort zulke grote fluctuaties van jaar tot jaar vertoont dat er daardoor geen duidelijke trend is.
  • Sporadisch: incidenteel voorkomend, laatste waarneming minder dan 12 jaar geleden, maar in totaal minder dan 10 waarnemingen
  • Onbekend: recent wel aanwezig, maar geen of onvoldoende meetpunten om trend te kunnen vaststellen; laatste waarneming minder dan 12 jaar geleden, maar in totaal minstens 10 waarnemingen
    N.B. de aanduiding onbekend geeft aan dat er behoefte is aan (meer) meetpunten om een landelijke trend te kunnen bepalen!

Voor elk Natura 2000-gebied wordt de trend in het gebied gegeven voor:

  • De populatie, voor zover mogelijk, waarbij is aangegeven over welke periode van jaren de trend is berekend
  • De verspreiding met de trend in voorkomen over de laatste 12 jaar 

N.B. de aanduiding onbekend geeft ook hier aan dat er behoefte is aan (meer) meetpunten om een trend voor het Natura 2000-gebied te kunnen bepalen!


Back To Top